Aanpassing Kinderopvangtoeslag 2018 werkeloosheid

Per 1 januari 2018 heeft een ouder die stopt met werken of gedeeltelijk werkloos wordt, nog maar drie maanden recht op kinderopvangtoeslag. De afgelopen jaren was dit verhoogd naar zes maanden, maar dit wordt weer teruggedraaid. De basis voor de berekening van de kinderopvangtoeslag voor die drie maanden is het aantal uren dat de ouder gewerkt heeft in de laatste maand vóór de wijziging. Heeft de ouder minder opvanguren afgenomen dan het rechtmatige aantal uren, dan mag de ouder de resterende uren ook na deze 3 maanden gebruiken, tot aan het einde van het jaar.

Klik hier voor meer informatie over de kinderopvangtoeslag wanneer je stopt met werken in 2018.

Soms worden ouders met terugwerkende kracht elkaars toeslagpartner. Dit kan als zij samenwonen en er gedurende het jaar bijvoorbeeld een kind geboren wordt, ze samen een huis kopen, een samenlevingsovereenkomst aangaan of trouwen. Dan geldt dat zij elkaars toeslagpartner zijn vanaf de dag dat zij op hetzelfde adres woonden. Het gevolg hiervan is dat de jaarinkomens samengevoegd worden waardoor er minder recht is op toeslagen. Woonden de ouders al vóór 1 januari op hetzelfde adres? Dan zijn zij pas toeslagpartner vanaf 1 januari.

Klik hier voor meer informatie over de kinderopvangtoeslag hoe je dat kan regelen en wat de regels zijn.